'

 Mozes' genadepreek

De wekelijkse parasha

 

 077. B'tsale?l (In Gods schaduw)     Sjabbat Av IV

Tora: Exodus 35:30-36:38    Sjaliach: Openbaring 11:1-18

Haftara: Jesaja 55:13-56:8    Sjier: Psalm 69  

Dan roept Mozes op tot het dienstwerk om de bouw van de Tent te gaan uitvoeren. B'tsale?l (in Gods schaduw) en Aholiab (mijns Vaders Tent) leiden het hele team van kunstenaars en ambachtslieden van wie de harten vervuld zijn van het dienstwerk met de rijkdommen van JHWH. Deze mensen ervaren dit werk als hun roeping en melden zich vrijwillig. Zij zijn toegerust met onderscheiding en wijsheid om dit project met de grootst mogelijke kwaliteit te realiseren. Van Mozes krijgen zij alle gaven die door Isra?l worden binnengebracht om hun dienstwerk aan het Heiligdom in aanbidding te verrichten. Elke morgen opnieuw stromen de giften voor het Heiligdom binnen. Totdat alle ambachtslieden en kunstenaars stuk voor stuk hun werk neerleggen en bij Mozes komen. “De mensen blijven maar geven”, zeggen ze. “Er komt zoveel binnen dat er veel meer is dan nodig om het werk te doen wat JHWH geboden heeft.” Dan laat Mozes een gezant oversteken van de ene naar de andere kant. Zijn stem gaat uit in heel het kamp: “Mannen en vrouwen, stop met het bereiden van jullie vrijwillige offers voor het heiligdom!” Daardoor wordt het volk verhinderd om nog meer gaven te geven. Er was veel meer dan genoeg binnengebracht om alles te maken en al het dienstwerk aan het Heiligdom te verrichten waarover gesproken was. Dan wordt een afdeling gevormd die zich bezig houdt met het vervaardigen en decoreren van de tien tentdoeken voor de Misjkan. Hiervoor worden mensen ingezet die speciaal hiervoor door hun hart gedreven zijn en bovendien vaardig zijn met hun handen. Het fijne linnen wordt aan elkaar genaaid en met hemelsblauw, purper, en dieprood worden de cheroebiem op het linnen aangebracht.[1]

Het berouw van Isra?l

Zeker drie maanden kampeerden de Isra?lieten al bij de berg in de woestijn en het nomadenleven in de woestijn werd elke dag gewoner, het feitelijke slavenleven in Egypte leek al jaren achter hen te liggen. Even had het de kop opgestoken toen zij niet op JHWH Zelf konden wachten en een Egyptische god maakten om daarmee feest te vieren. Zij hadden even gedacht dat dit kalf de god was die hen uit Egypte geleid had, maar het tegendeel was waar. Deze god had hen juist in slavernij gehouden en zou hun leven weer onder een juk brengen.

Het stof van het gouden kalf was over het water gestrooid totdat het water donker en troebel was. Ze hadden ervan moeten drinken, zoals een vrouw die verdacht wordt van overspel (zie Num. 5). Zij waren inderdaad overspelig geweest, nu zou de vloek hen aangrijpen en zou onvruchtbaarheid en dood hun deel worden.

Dit gebeuren stond in zo'n schril contrast met de aanvankelijke belofte die het volk gedaan had, namelijk om te horen naar het onderwijs van JHWH, de God van hun vaderen (Ex. 24:7). Ze waren overspelig geweest, en God was vreselijk jaloers geworden. Wekenlang bleef het volk in onzekerheid en wist niet hoe het nu verder zou gaan. Berouw en pijn vanwege de breuk die geslagen was, had zich van hen meester gemaakt. Mozes was opnieuw de berg opgegaan met lege stenen leien. Zouden ze weer beschreven worden? Zou JHWH weer inhoud willen geven aan het verbond met hen? Zal de Tent in hun midden gebouwd worden? Door de stemming van het volk rond deze gebeurtenissen te reconstrueren, krijgen we een idee van de context van de bouw van Gods Woning en kunnen we de profetische boodschap die erin zit beter verstaan. We zullen deze week kijken hoe Mozes oproept om het dienstwerk uit te voeren (Ex. 36:2), en hoe het volk daaraan gehoor geeft.

Mozes' afdaling en boodschap

Na anderhalve maand zag Isra?l ineens een glinstering op de berg. Een vonk maakte zich los van de donkere wolk en kwam dichterbij. Het bleek Mozes te zijn die zo nabij JHWH was geweest dat zijn huid Gods heerlijkheid afstraalde. Deze afdaling was een profetisch vooruitzicht op de komst van de Messias als Koning der koningen. Bang was iedereen achteruit geweken toen hij het kamp binnenkwam. Was zijn boodschap ten goede of ten kwade? Nadat Mozes de leiders gerust had gesteld, gingen afgezanten door het kamp en riepen met luide stem: “Komt allen samen, Mozes zal spreken!”

Mozes begon zijn toespraak met de woorden die JHWH gesproken had over Zichzelf: “JHWH, de liefdevol koesterende barmhartige en genadige...” (afl. 75). De harten van de mensen stroomden over van hoop, en van liefde tot deze God die bereid was om hen te vergeven. Wat een heerlijke reis maakten zij door de woestijn. Wat een machtige en grote God dienden zij!

Afgoderij voorkomen

Dan noemt Mozes opnieuw de feiten van hun afgoderij op, en ja, ontkennen heeft geen zin. Iedereen is er nu van doordrongen dat JHWH werkelijk een Genadige God en Ontfermer is, zoals Hij van Zichzelf zegt. Afgoderij moest worden uitgesloten, nu en in de toekomst. Allerlei mogelijke manieren van binnendringen worden met name genoemd. Mozes vervolgt met de feesttijden en de sjabbat, de positieve woorden die JHWH heeft gegeven om de eenheid met Hem te vieren, vol vreugde en ernst hun belevenissen met JHWH te herdenken, en uit te zien naar een toekomst waarin Hij al Zijn beloften waar maakt. D?t konden zij in praktijk brengen om afgoderij te voorkomen. Wat een geweldige boodschap en schitterende vormgeving van het leven met die God die al hun aanbidding meer dan waard is!

Feestvreugde

De vreugde die hun harten doet overstromen zoekt dan een uitweg. En terwijl Mozes zijn tent binnengaat om zijn gezicht te bedekken, worden overal vreugdeliederen aangeheven en wordt er om de kampvuren gedanst. Het feesten met JHWH k?n niet wachten! Wat een heerlijke, alles overstelpende, en uitgelaten blijheid maakte zich op dat moment van iedereen meester. Ze hadden zo lang gewacht, ze waren zo lang in onzekerheid geweest over hoe het nu verder zou moeten. Nu zou de Tent van Samenkomst gebouwd worden.

Als Mozes hen weer toespreekt, roept hij hen op om deze feestvreugde vast te houden en voor altijd te verankeren in hun sjabbatten[2]. Dan geeft Mozes het hele volk de kans om hun vreugde om te zetten in dienstwerk en vrijwillige gaven. Mozes laat weten dat iedereen mag bijdragen aan de bouw van de Tent waarin JHWH zal komen wonen.

Op de werkvloer

Vol overgave komt iedereen in actie. Uitgebreid wordt beschreven wat de mensen doen en maken voor het Huis van JHWH. Iedereen wordt op zijn eigen manier ingezet om te doen waar hij goed in is. Gedreven door een niet te stoppen ijver, trekken jagers erop uit om honingdassen te schieten en houthakkers om acaciahout te halen. Geitenboeren verzamelen de opgespaarde huiden en naaien die aan elkaar. Vrouwen zoeken kruiden voor de wierook, wilde olijven om er olie van te maken, en spinnen de wol die nodig is. Al gauw is het hele kamp in rep en roer van alle bedrijvigheid. Fluitende en zingende mensen roepen elkaar toe, de vreugde is ongekend.

Dan trekken enkele dienaren van Mozes door het kamp om te zoeken naar de beste kunstenaars en opzichters, mensen die speciale gaven hebben om de specifieke werkzaamheden aan de Tent en alle toebehoren uit te voeren. Steeds weer wordt bij de verschillende taken gekeken naar wie hiervoor door God is toegerust met wijsheid en onderscheiding en vaardigheid. Zo komt iedereen aan het werk op de plek die hem het beste ligt en op de plek die zijn hart hem ingeeft. Er is geen enkele dwang bij al deze werkzaamheden. Iedereen die werkt en geeft, doet dat rechtstreeks uit zijn hart, geheel vrijwillig, uit dankbaarheid voor de ontvangen genade en het bijzondere vooruitzicht dat JHWH al Zijn beloften vervullen gaat. Wat een contrast met Egypte waar alleen de belangen van de farao golden en heel het volk gedwongen werd tot werkzaamheden die helemaal niet in lijn lagen met wat er in hun harten leefde. Dat de Isra?lieten nu w?l tot hun doel komen, blijkt wel uit de ijver die ze aan de dag leggen, ze zijn niet te stoppen! Want als de uitvoerders zeggen dat het nu wel genoeg is, is dat niet voldoende. Mozes moet speciaal in actie komen om de mensen te laten stoppen.

In de schaduw van JHWH

Langzaam maar zeker wordt de prachtige, rijk gedecoreerde Tent zichtbaar. Onder de kleden zal een heerlijk koel klimaat zijn om tussen alle schitterende rijkdommen de wekelijkse bediening van de priesters te volbrengen. Hier in de schaduw van de Allerhoogste God worden zij beschermd door JHWH's grote wonderen en machtige daden. Dit is de Schaduw van Gods vleugels die David in zijn psalmen bezingt en waar B'tsale?ls naam van getuigt. Dit is de Tent van Isra?ls Vader, en tegelijk mag men zeggen 'mijn tent', zo getuigt de naam van Aholiab[3]. Want hier vinden de ontmoetingen plaats tussen God en Isra?l. Elke sjabbat is er de priesterlijke maaltijd in de voorhof die de maaltijd in de Tent, die nog toekomstig is, profetisch weerspiegelt. En op de drie grote feesten zal heel het volk jaarlijks samenkomen met deze Woning, om aansluitend de eenheid met de God van Abraham, Izak en Jakob te vieren in hun eigen tenten rondom een feestmaaltijd. Toen zij de Woning van hun God mochten bouwen, was Isra?l vervuld van de feeststemming en vreugde die bij die samenkomsttijden horen. Profetisch ziet dat uit op het grote feest, en de vreugde die er zal zijn, als JHWH weer in Jeruzalem komt wonen 

Verdiepende verbanden 

De rode draad in de lezingen van deze week, is dat Gods heil zichtbaar wordt. Zijn Woning onder de mensen wordt zichtbaar voor iedereen. (Vgl. Ex. 36:8vv, Jes. 56:6-7, Ps. 69:36, Op. 11:18)

  • Meestal is er een sterk verband tussen de eerste verzen van de seder en de haftara. Zo ook hier: in de Tora lezen we van de opkomst van B'tsale?l, de bouwer van Gods Tent. Hij bouwt in de plaats van de vorige bouwer van een heiligdom: Aharon die het gouden kalf bouwde. Zo komt er in de haftara een cipres op voor een doornstruik, een mirte voor een distel. Eens zullen alle menselijke heiligdommen, hoe goed de bedoelingen ook zijn, vervangen worden door Gods heilige Woning.
  • Wie de sjabbat vasthoudt (Jes. 56:2), mag binnenkomen in Gods huis (vs. 5). Ook in de Tora werd vorige week de sjabbat gememoreerd (Ex. 35:2-3), wie daarnaar hoorde, bouwt deze week mee aan de Tent. De sjabbat is dus aan de Misjkan verbonden. Dat is omdat beiden bedoeld zijn voor de ontmoeting met God.
  • De ijver voor Gods huis verteert de dichter van de Psalm (vs. 10). Dat huis wordt in de seder gebouwd en is een beeld van Gods koninkrijk, dat de erfenis is van Isra?l (vs. 37). Vers 33-34, waar armen en gevangen tot erfgenaam van Gods huis (Tsion, vs. 36) worden gemaakt, is weer verbonden aan de haftara waar ontmanden en heidenen tot erfgenaam worden gemaakt.
  • De Woning van God die in de Tora gebouwd wordt, wordt in Op. 11:1 gemeten. De toestand van de Tempel is echter 'heidens', omdat het heil naar de volkeren gaat. Net als in de haftara.
  • Het loon (de erfenis) van hen die door beproevingen zijn heengegaan wordt zichtbaar in Op. 11:18, zoals het loon voor Isra?ls berouw zichtbaar wordt in de seder. Met dat verschil dat wat de mensen in de woestijn zagen een afspiegeling van de realiteit was, en in Openbaring de realiteit zelf zichtbaar wordt. 

Volgende week lezen we Atsee sjitiem (acaciahout): 

Exodus 37:1-38:20, Jesaja 41:19-42:4,? Openbaring 11:19-12:6, Psalm 70  

? 2014 Kees Bloed

www.sjemajah.nl

Immanu?l, Gemeente van het Levende Woord

Tel 078 6990097, Fax 078 6990098, Mob 0629 065138

Email: w.verdouw@immanuel-gemeente.nl

Web:? http://www.immanuel-gemeente.nl

De wekelijkse parasha  

Wees van harte welkom op iedere Sabbatmorgen en ervaar dat de vreugde van JHWH onze kracht is. 

Plaats van samenkomst: “De Havenkerk”, Ieplaan 9, 2951 CB Alblasserdam, om 10.30 uur

 


[1]???? Exodus 36:2-8

[2]???? Exodus 35:1-3. Het ontsteken van vuur wordt verboden op de sjabbat. We kunnen dit vers verstaan als het stoppen van alle dagelijkse werkzaamheden die bij het tot stand brengen van vuur horen. Denk ook aan het malen, kneden en bakken van het manna dat op de zesde dag moest gebeuren. In Hosea 7:4 vinden we een vers dat hier uitvoeriger op ingaat.

[3]???? De naam komt van ohel, wat tent betekent en av, wat vader betekent. De toevoeging i betrekt de tent op de eerste persoon. 

============ 

ZEVEN BEWIJZEN
DAT GOD BESTAAT!
De Schepper van hemelen en aarde, die in de Bijbel de Eeuwige wordt genoemd, wordt door veel mensen gedegradeerd tot iets. "Ja, er is wel iets", zeggen velen als je hen vraagt of ze geloven in het bestaan van God. En dat "iets'' is iets vaags, iets dat je soms zo in de Griekse mythologie kunt plaatsen.
Atheïsten en de meeste - niet alle - geleerden, zoals natuurwetenschappers, historici, geologen, nemen aan dat God niet bestaat! Kerkgangers, mensen die zich graag christenen noemen daarentegen, nemen zonder meer aan dát God bestaat! Zonder bewijs.
 

Is het bewijs te leveren dat God bestaat?

Het antwoord is ondubbelzinnig JA.

Als wij de vraag nu anders stellen, bijvoorbeeld als volgt: staat iedereen er voor open om het bewijs te leveren? Het antwoord is dan: absoluut nee, vrijwel niemand. Het ligt er dus aan wie de vraag moet beantwoorden. Als iemand niet openstaat voor een bepaald vraag-stuk of er zelfs nog niet over wil nadenken, dan kan hij het bewijs ook niet leveren. Paulus zegt bijvoor-beeld dat de schepping een bewijs is van Gods bestaan. Daarbij doet hij een beroep op het verstand van de mens.

 
"Er is geen God", is de opvatting van steeds meer mensen. De evolutietheorie is algemeen aanvaard. De aanhangers van deze theorie stellen dat evolutie een wetenschappelijk begrip is, schepping daarentegen een wijsgerig, c.q. theologisch begrip. Met andere woorden: de evolutionisten zijn van mening dat juist zíj hun verstand gebruiken en dat Paulus en zijn aanhangers zich bezig houden met vrome overpeinzingen, dus onwetenschappelijke overdenkingen.
Is dat zo? Zou Paulus met gebruikmaking van dezelf-de natuurwetten die de evolutionisten zelf gebruiken niet kunnen aantonen dat de evolutietheorie niet deugt? Op wetenschappelijke gronden aantonen dat God bestaat?
Er zijn vele bewijzen te leveren dat God bestaat. De evolutionisten bewijzen dat zelf.
Sir Julian Huxley, kleinzoon van de beroemde aanhanger van de evolutieleer Thomas Huxley verklaarde: "In de evolutionistische gedachtewereld is er niet langer behoefte aan, noch plaats voor bovennatuurlijke wezens, die in staat zijn de loop der gebeurtenissen te beïnvloeden. De aarde werd niet geschapen, zij ontstond geleidelijk. Dat was ook het geval met alle dieren en planten die erop leven, en wij mensen zelf, met ons verstand en onze ziel, ons brein en ons lichaam".
De evolutionisten zijn niet bereid om zich te verdiep-en in de mogelijkheid van een schepping en dus ook niet in een Schepper. Zij accepteren de bron, de Bijbel, niet, daarentegen accepteert een oprecht christen hun bronnen wel, want dat zijn natuurwet-ten, elementen uit Gods schepping. Natuurkunde, biologie en geologie is geen vinding van de evolutio-nist maar een onderdeel van Gods schepping.
Bestaat de Bijbel enkel en alleen uit een verzameling Hebreeuwse fabels of is het het dynamische, levende woord van een intelligente, alwetende schepper? Deze vragen verdienen een antwoord!
 
 
Bewijs nummer ÉÉN
 
Is de Bijbel in volkomen disharmonie met de hele wetenschap? Moeten christenen bang of huiverig zijn voor wetenschappelijke leerboeken? Zetten de laatste wetenschappelijke ontdekkingen de Christen 'schaakmat'.
Het is van belang dat onze jeugd het onderwijs over de evolutie objectief beoordeelt.
Voor het eerste POSITIEVE BEWIJS van het bestaan van God volgt hierna een citaat uit een typisch leerboek voor het hoger onderwijs, dat Genesis verwerpt. In hun voorwoord komen de schrijvers met verschillende verklaringen voor de oorsprong van de aarde naar voren:
"Ons Melkwegstelsel, dat, zoals wij ons herinneren, slechts een klein deel van het heelal is, heeft waarschijnlijk een duizend miljard jaren bestaan."
"Maar er zijn enige vorderingen gemaakt in de pogingen om te verklaren hoe en wanneer de zon en zijn negen planeten ontstonden. Het bestuderen van het zonnestelsel geeft ons tenminste een aanwijzing tot de oorsprong van dát gedeelte van het heelal dat voor ons het belangrijkste is - de aarde."
"De verklaring, die thans gewoonlijk wordt aangenomen, wordt de Hypothese van het Dynamische Treffen genoemd, die omstreeks 1900 door T.C. Chamberlin en F.R. Moulton van de Universiteit van Chicago geformuleerd werd. In het kort suggereert dit, dat ons zonnestelsel geboren werd toen de zon benaderd werd door een andere reusachtige ster. Deze laatste maakte door de werking van de wet der zwaartekracht grote massa's gloeiend gas van de zon los. De van de protozon weggerukte massa's koelden geleidelijk af en kristalliseerden zich tot de kernen van planeten. Deze bleven om de zon draaien en werden door de aantrekkingskracht daarvan in hun banen gehouden."
"De evolutie van de aarde tot haar huidige staat was zeer geleidelijk."
Sla de schoolboeken van uw kinderen maar open of ga naar de bibliotheek. U kunt dan lezen wat aan studenten wordt onderwezen.
Let goed op welke woorden knappe koppen gebruiken om wetenschappelijk bewijs te leveren. We zien in de beginregels van dit studieboek woorden als waar-schijnlijk; enige vorderingen zijn gemaakt; pogingen om te verklaren; tenminste een aanwijzing; de verklaring die gewoonlijk wordt aangenomen; hypothese; en het suggereert.
Wat een verzameling! "Enige vorderingen" die gemaakt worden, "pogingen" om te verklaren, tenminste een "aanwijzing" en het "suggereren" van een "hypothese". In plaats van hypothese mag je ook zeggen: wij vermoeden.
Dan, in zeer zorgvuldige bewoordingen, na begonnen te zijn met een aantal "mogelijkheden" en "waarschijnlijkheden" begint het boek te spreken van definitieve GEBEURTENISSEN UIT HET VERLEDEN, waarvan gezegd wordt dat ze hebben plaatsgevonden!
Al deze waarschijnlijkheden en vermoedens worden zo maar omgedoopt tot definitieve gebeurtenissen.
Maar laten wij het nog verder analyseren. U zult dan zien dat de geleerden zelf het EERSTE BEWIJS van het bestaan van God bevestigen.
 
In het allereerste BEGIN bevestigen de schrijvers het bestaan van ons zonnestelsel - een "zon", een andere "reusachtige ster", de "werking van de wet der zwaartekracht", en grote "massa's gloeiend gas", en beweren dat deze gassen "geleidelijk afkoelden"!
Zij vermelden ook hoe deze gassen "kristalliseerden" en vervolgens doorgingen "om de zon te draaien en door de aantrekkingskracht daarvan in hun banen werden gehouden!"
Wat een fantastisch schouwspel! Hier is een geweldig, ons voorstellingsvermogen te boven gaand heelal - een geheel universum! Hier is een compleet sterren-stelsel, een reusachtige zon, de werking van zekere, definitieve, onwrikbare, onveranderlijke WETTEN! Hier is een verondersteld treffen tussen reusachtige hemellichamen, uitlopend in de veronderstelde vorming van ons huidige zonnestelsel!
Denkt u zich dit eens in! Al deze talloze wetten, van warmte, licht, energie, beweging, de rotatie van hemellichamen, de wet van de zwaartekracht, het principe van isostatie, dat eist dat ieder lichaam dat een baan beschrijft, een bijna ronde vorm gaat aannemen en die blijft behouden en talloze andere wetten, gewoon te veel om op te noemen, die worden toegegeven te bestaan!
Waar horen we te beginnen? Met een poging het bestaan van ons huidige zonnestelsel te verklaren? Welnee! Astronomen en andere geleerden vertellen ons, dat ons zonnestelsel slechts één van vele zulke stelsels is in het stelsel dat de 'Melkweg' genoemd wordt. Zelfs onze Melkweg is slechts één der ontelbare sterrenstelsels - in 1998 kwam men al tot 120 miljard - die weer een deel vormen van het onmetelijke, onbegrensde heelal. Onze aarde, zo verzekeren de astronomen ons, is slechts een derde-rangs planeet in een tweederangs zonnestelsel, dat verloren gaat in de uitgestrektheid van de schijnbaar grenzeloze ruimte!
Wat wordt hier geïllustreerd? Volgens welke WET
naderde de ene ster de andere? Volgens welke WET koelde hitte geleidelijk af? Door welke WET heerste er
"aantrekkingskracht"? Welke WET was de oorzaak van de "werking der zwaartekracht"?
Als we dergelijke literatuur, dat gebruikt wordt voor het onderwijs, kritisch lezen zien we dat de schrijvers iedere keer zijn uitgegaan van een geordend heelal, bestuurd door onwrikbare WETTEN.
 
Als iemand meer waarde hecht aan de theorie van de Big Bang, zal ook dan worden uitgegaan van dezelfde wetten als zwaartekracht, aantrekkingskracht, enz.
Het aanwezig zijn van WETTEN - onveranderlijke, onherroepelijke, onzichtbare, maar actieve wetten VEREIST absoluut het bestaan van een GROTE WETGEVER!
Waar horen we te beginnen? Met een poging het bestaan van ons huidige te verklaren? Welnee! Astronomen en andere geleerden vertellen ons, dat ons zonnestelsel slechts één van vele zulke stelsels is in het stelsel dat de 'Melkweg' genoemd wordt. Zelfs onze Melkweg is slechts der ontelbare sterrenstelsels - in 1998 kwam men al tot 120 miljard - die weer een deel vormen van het onmetelijke, onbegrensde heelal. Onze aarde, zo verzekeren de astronomen ons, is slechts een derde-rangs planeet in een tweederangs zonnestelsel, dat verloren gaat in de uitgestrektheid van de schijnbaar grenzeloze ruimte!
Al deze waarschijnlijkheden en vermoedens worden zo maar omgedoopt tot definitieve gebeurtenissen.
Wat een verzameling! . In plaats van hypothese mag je ook zeggen: wij vermoeden.
Jakobus 4:12 Eén is wetgever en rechter, Hij, die de macht heeft om te behouden en te verderven.
Bewijs nummer één: er is een Wetgever.
Die WETGEVER is GOD!
Bewijs nummer TWEE
Voordat we het volgende bewijs gaan bezien, is het wenselijk om eerst in eenvoudige termen de betekenis van het woord 'evolutie' uiteen te zetten. Er zijn namelijk veel processen die een evolutie ondergaan. Zo is onder andere het ontwikkelingsproces van muziek van eenvoudig tot complex in zekere zin een evolutieproces. De uitvinding van het wiel tot comfortabele voertuigen is eveneens een evolutieproces. Omdat alle technische uitvindingen dit proces hebben ondergaan, heeft dit misschien velen er toe gebracht aan te nemen dat een zelfde ontwikkeling in organische, levende materie heeft plaatsgevonden.
In de encyclopedieën kunt u, misschien in wat andere bewoording, het volgende lezen:
"Evolutie is de geleidelijke ontwikkeling van de een-voudige, ongeorganiseerde toestand van oorspronkelijke materie tot de complexe structuur van het fysieke heelal; evenzo, van het begin van organisch leven op de bewoonbare planeet, een langzaam ontvouwen en vertakken in al de verscheidene vormen van organismen, die het dieren- en plantenrijk vormen".
Als je dan verder leest wat men bedoelt met het begin van organisch leven op de bewoonbare planeet dan kom je tot de conclusie dat men veronderstelt dat er eencelligen bestonden, waaruit alle leven is geëvolueerd. Evolutie theoretiseert uitgaande van de aanwezigheid van organisch leven - het heeft reeds LEVEN om mee te beginnen! Hoe minuscuul klein het organische leven ook was waar de mier, de olifant en ook de mens uit voortgekomen zijn - althans volgens hun theorie - er was leven. Het toont niet aan en heeft ook nooit aangetoond en zal ook nooit in staat zijn aan te tonen hoe leven ONTSTOND!
 
De evolutietheorie (het woord 'theorie' betekent 'wij denken') stelt eenvoudig, dat alle levensvormen die wij tegenwoordig kennen, met inbegrip van de mensheid, alle planten- en dierenleven in al zijn grote verscheidenheid, zich geleidelijk ontwikkeld hebben uit de meest eenvoudige levensvormen tot de complexe, ingewikkelde, van elkaar afhankelijke soorten, welke wij tegenwoordig om ons heen zien; elk met zijn eigen levenskringloop en geaardheid, en elk zich voortplantend naar zijn aard.
 
Evolutie stelt dat het primitieve leven zich in een "geleidelijk proces" door "inherente krachten" ontvouwde tot het complexe leven van nu.
 
En hierin, juist in de kern van alle evolutiegedachten, ligt één van de grootste bewijzen dat God bestaat!
 
Evolutionisten, genetici, biologen en geleerden op welk gebied dan ook, zijn nooit in staat geweest te demonstreren - en hebben ook niet het geringste bewijs kunnen leveren - dat LEVEN kan voortkomen uit iets dat niet leeft!
Er is een ontzaglijke, grote, gapende kloof tussen leven en dood. Het grote hiaat tussen het niet-levende en het levende is zo wijd, zo onoverkomelijk, zo onpeilbaar voor de mens, dat evolutionisten alleen maar "veronderstellen" en raden kunnen en vage, ongegronde "theorieën" kunnen aanbieden over hoe het leven "had kunnen" beginnen!
Er bestaat evenwel aan de andere kant een absolute, bewijsbare wetenschappelijke wet, die het tweede grote bewijs is voor het bestaan van een leven-gevende God!
Dat is de Wet van Biogenesis!
 
'Bio' betekent leven. 'Genesis' betekent begin. Deze wet is dus een wet betreffende het BEGIN van het leven! Deze wet is, in 't kort gezegd, de absolute wet dat het levende alleen uit het levende voortkomt: het niet-levende kan nooit het levende doen ontstaan of er geboorte aan geven, of het voortbrengen.
 
Het feit alleen dat LEVEN voorkomt vereist een GEVER VAN LEVEN!
Genesis 2:7 betreft een fundamentele doctrine:
Als je dan verder leest wat men bedoelt met dan kom je tot de conclusie dat men veronderstelt dat er eencelligen bestonden, waaruit alle leven is geëvolueerd. Evolutie theoretiseert uitgaande van devan organisch leven - het reeds LEVEN om mee te beginnen! Hoe minuscuul klein het organische leven ook was waar de mier, de olifant en ook de mens uit voortgekomen zijn - althans volgens hun theorie - er leven. Het toont aan en heeft ook nooit aangetoond en zal ook aan te tonen hoe leven ONTSTOND!
Gen. 2:7 toen formeerde de Here God de mens van stof uit de aardbodem en blies de levensadem in zijn neus; alzo werd de mens tot een levend wezen. St. Vert. levende ziel.
De Almachtige God, het Zelf-Bestaande-Leven, degene, die leven heeft, die Leven IS, die vóór alle dingen was, GAF leven aan de eerste mens en plaatste in de mens, in de dieren en al de planten, de levenscyclus die hen in staat stelt zich volgens bepaalde vastgestelde wetten voort te planten!
Bewijs nummer twee: er is een Gever van leven.
GOD IS DE GROTE GEVER VAN AL HET LEVEN! 
 
Bewijs nummer DRIE
Veel van deze bewijzen zijn op meer dan één aspect van het bestaan van een Almachtige God van toepassing; met andere woorden, het ene bewijs houdt tot op zekere hoogte verband met het andere. Het derde bewijs van Gods bestaan kan eenvoudig gegeven worden met het citaat, dat onder bewijs nummer één staat.
Zoals opgemerkt, gaan aanhangers van de evolutie-leer, als zij proberen hun theorie te bevestigen, altijd uit van een ordelijk heelal en het aanwezig zijn van materie. De zogenaamde Evolutietheorie gaat dus uit van materie, bestaande wetten en "eenvoudig" leven!
Wat is materie? Materie neemt ruimte in en heeft gewicht. Het hoeft noodzakelijkerwijze niet altijd zichtbaar te zijn, daar bepaalde gassen, en zelfs de lucht die u inademt, ook geclassificeerd worden als 'stof'.
Vroeger spraken de geleerden nog over de wet van het "behoud van massa". Als een gevolg van de ontdekkingen in de kernfysica en vooral na de experimenten van Madame Curie met radium, zijn de geleerden nu echter tot de slotsom gekomen dat er in zekere mate van 'ontbinding' van materie (massa) sprake is!
Deze afbraak van massa is een wetenschappelijk feit! Uranium (U 238) ontbindt zich via veel tussenstadia langzamerhand tot lood (Pb 206).
Uranium, zoals u wellicht zult weten, is radioactief en geeft energie af in de vorm van stralingen. Over een periode van een schijnbaar onbeperkt aantal jaren, ontbindt dit radioactieve materiaal zich langzamer-hand tot lood! Er komt tegenwoordig geen nieuw uranium tot stand! Alle uranium moet eens, in het verre verleden, gecreëerd zijn! Als de wetenschap beweert dat uranium in eeuwigheid bestaan heeft, miljarden miljard jaren geleden ook al bestond, dan zou de voorraad uranium nu toch al lang ontbonden zijn tot lood? Uranium houdt vanzelf op te bestaan.
 
Eenvoudig gezegd betekent dit dat de wetenschap bewezen heeft dat deze aarde langzaam afloopt! De aarde en het gehele heelal kunnen vergeleken worden met een reusachtige klok, die eens opgewonden werd! Hij is sindsdien langzaam aan het 'aflopen' en wordt niet door enig bekend of waargenomen of opgemeten proces weer 'opgewonden'!
Het is alsof de mens op het toneel is verschenen te midden van een ordelijk heelal, dat langzamerhand aan het 'aflopen' is! Kijk naar de velden, bergen, valleien en de verschillende topografische kenmerken om u heen.
Jaren geleden observeerde een zekere Powell, één van de eerste Amerikaanse onderzoekers in de geolo-gie, de erosiekrachten van verschillende stromen en rivieren, en kwam daarbij tot de conclusie dat, indien hiervoor genoeg tijd zou zijn, stromend water elk oppervlak, ongeacht hoe hoog het voordien ook geweest was, zou afslijten tot wat hij het algemeen basispeil noemde, dat bepaald wordt door het niveau van de zeespiegel.
Dit erosieproces kunt u voortdurend om u heen zien. Dat betekent dat hoe hoger en steiler de bergen zijn, des te sneller erosie plaats zal vinden en dat langzamerhand alle hoge gebieden op aarde lager gemaakt worden. De zeebodem, riviervalleien en lage gebieden worden langzamerhand opgehoogd, zodat uiteindelijk, indien genoeg tijd voorhanden zou zijn, de aarde, als dit proces zou doorgaan, vlakker en vlakker zou worden.
Hoewel dit een geheel andere beschouwing is dan die van de ontbinding van uranium, dient het niettemin om aan te tonen dat de aarde langzamerhand 'afloopt'
De wetenschap heeft dus aan de hand van de ontdek-kingen, gedaan op het gebied van de kernfysica, duidelijk bewezen dat materie niet eeuwig bestaan heeft!
Materie moet op een zeker tijdstip TOT BESTAAN GEKOMEN ZIJN! Daar materie juist door zijn aard geen eeuwig verleden heeft gehad, moet het op een zeker punt een begin gehad hebben!
De schepping, het bestaan van dingen als zodanig, vereist en vergt absoluut een Schepper! Dat wat ge-maakt wordt vergt een maker! Dat wat geproduceerd wordt vereist een producent!
Materie is gemaakt zoals de wetenschap zelf aange-toond heeft - het 'gebeurde' niet zo maar en het heeft géén oneindig verleden! Daarom is het derde bewijs dat de schepping een grote SCHEPPER vereist!
 
Materie moet op een zeker tijdstip TOT BESTAAN GEKOMEN ZIJN! Daar materie juist door zijn aard geen heeft gehad, moet het op een zeker punt een begin gehad hebben!
Wat materie? Materie neemt ruimte in en heeft gewicht. Het hoeft noodzakelijkerwijze niet altijd zichtbaar te zijn, daar bepaalde gassen, en zelfs de lucht die u inademt, ook geclassificeerd worden als 'stof'.
 
Bewijs nummer VIER
 
 
Genesis 1:24-25En God zeide: Dat de aarde voort-brenge levende wezens naar hun aard, vee en kruipend gedierte en wild gedierte naar hun aard; en het was alzo. 25 En God maakte het wild gedierte naar zijn aard en het vee naar zijn aard en alles wat op de aardbodem kruipt naar zijn aard. En God zag dat het goed was.
God heeft de dieren naar hun eigen soort, naar hun eigen aard gemaakt. Geleerden proberen een evolu-tionair patroon aan te tonen met hun 'vergelijkende embryologie', door een studie van teeltkeus, de erfelijkheidsleer en verscheidene andere aspecten van de biologie.
Maar er is een absolute, onweerlegbare, onaantastbare, onveranderlijke WET, die een sprong van de ene soort naar de andere soort verbiedt!
Er zijn honderden verschillende variaties in een bepaalde soort en hoewel er Friese koeien zijn, het roodbonte IJsselvee en Argentijnse vleeskoeien, blijven het koeien! Het zijn geen katten en ook geen paarden en er is niet het minste teken van een geleidelijke verandering in een ander soort! Ze zijn allemaal van hetzelfde soort.
Vergelijkende embryologie baseert zich op het feit dat de embryo's van vissen, kikkervisjes en mensen in hun eerste ontwikkelingsfasen erg op elkaar lijken. En dat is ontegenzeglijk waar! Het voegt echter niets toe aan de argumenten van de evolutionisten; integendeel, het geeft juist een STERKER bewijs voor het bestaan van God! De wetenschap wordt uitgedaagd het embryo van een vis tot een kikkervis of tot een mens te laten uitgroeien, of tot iets anders dan een vis van precies hetzelfde soort als de vis waar het eitje van afkomstig was!
Nog een citaat uit een encyclopedie: "het is vaak lastig in de visies van evolutionisten fantasie en werkelijkheid van elkaar te scheiden. De basisfeiten zijn geen feiten in de gewone zin van het woord. Ze bevatten veel verborgen vooronderstellingen."
Dat is een objectieve verklaring.
De mens is niet uit een ander vreemd soort geëvolueerd. Geen overgang van vis naar mens. Hoewel, met de zeemeermin weet je het maar nooit. Geleerden hebben hun evolutietheorie door teeltkeus en het optreden van mutaties trachten te verklaren.
Zij bewijzen eerder het bestaan van absolute, onver-anderlijke WETTEN betreffende de voortplanting van al het dieren- en plantenleven, en dat die wetten functioneren binnen bepaalde begrensde gebieden, die niet overschreden of gebroken kunnen worden!
Hoewel wij tegenwoordig in staat zijn nieuwe variaties binnen een groter soort te kweken en te cultiveren, blijven ze toch steeds van hetzelfde SOORT en worden ze niet een nieuw soort van leven! Denk maar aan het fokken van hondenrassen. Hoe verschillend een pekinees en een sint-bernard er ook uitzien, het blijven honden.
Er is een wet die het onmogelijk maakt om uit eencel-ligen van soort naar soort te evolueren totdat de soort van de mens bereikt wordt. Ook niet van aap naar mens. En dit is ook nooit aangetoond, slechts gesuggereerd. Het kan ook nooit aangetoond worden omdat wetten dit onmogelijk maken.
Deze wetten worden gehandhaafd, ondersteund en in werking gehouden! Hoe? Door de Onderhouder - GOD!
Het feit dat God zei, laat de aarde voortbrengen "naar zijn aard" en dat Hij die wet sindsdien heeft uitgevoerd en onderhouden, is het vierde bewijs van het bestaan van God!
Dat is een objectieve verklaring. De mens is niet uit een ander vreemd soort geëvolueerd. Geen overgang van vis naar mens. Hoewel, met de zeemeermin weet je het maar nooit.Geleerden hebben hun evolutiet-heorie door teeltkeus en het optreden van mutaties trachten te verklaren.Zij bewijzen eerder het bestaan van absolute, onver-anderlijke WETTEN betreffende de voortplanting van al het dieren- en plantenleven, en dat die wetten functioneren binnen bepaalde begrensde gebieden, die niet overschreden of gebroken kunnen worden!Hoewel wij tegenwoordig in staat zijn binnen een groter te kweken en te cultiveren, blijven ze toch steeds van hetzelfde SOORT en worden ze een nieuw soort van leven! Denk maar aan het fokken van hondenrassen. Hoe verschillend een pekinees en een sint-bernard er ook uitzien, het blijven honden.
Vergelijkende embryologie baseert zich op het feit dat de embryo's van vissen, kikkervisjes en mensen in hun eerste ontwikkelingsfasen erg op elkaar lijken. En dat is ontegenzeglijk waar! Het voegt echter toe aan de argumenten van de evolutionisten; , het geeft juist een STERKER bewijs voor het bestaan van God! De wetenschap wordt het embryo van een vis tot een kikkervis of tot een mens te laten uitgroeien, of tot als de vis waar het eitje van afkomstig was!Nog een citaat uit een encyclopedie: Dat is een objectieve verklaring.De mens is niet uit een ander vreemd soort geëvolueerd. Geen overgang van vis naar mens. Hoewel, met de zeemeermin weet je het maar nooit.Geleerden hebben hun evolutietheorie door teeltkeus en het optreden van mutaties trachten te verklaren.Zij bewijzen eerder het bestaan van absolute, onver-anderlijke WETTEN betreffende de voortplanting van al het dieren- en plantenleven, en dat die wetten functioneren binnen bepaalde begrensde gebieden, die niet overschreden of gebroken kunnen worden!Hoewel wij tegenwoordig in staat zijn binnen een groter te kweken en te cultiveren, blijven ze toch steeds van hetzelfde SOORT en worden ze een nieuw soort van leven! Denk maar aan het fokken van hondenrassen. Hoe verschillend een pekinees en een sint-bernard er ook uitzien, het blijven honden.
 
Bewijs nummer VIJF
Kijk om u heen! Wij leven in een buitengewoon gecompliceerde en veelzijdige wereld, waarin alles van elkaar afhankelijk is!
Het is een wereld die getuigt van een GROOT ONTWERP.
U heeft nog nooit een lelijke zonsondergang gezien! U heeft nooit een lelijk berglandschap of zeegezicht waar dan ook op deze aarde gezien, tenzij het door de mens was bezoedeld! Alles is harmonisch.
Het leven, zoals wij het kennen, is geheel afhankelijk van andere levensvormen. Niets leeft of sterft voor zichzelf.
De mens voedt zich met planten, vruchten en bijvoorbeeld zo nu en dan een gebraden kip. De vruchtbomen hebben op hun beurt bestuiving nodig, de kip heeft graan nodig, enz.
De vraag aan de aanhangers van de evolutieleer is nu: Wat "ontwikkelde zich" het eerst, de bloem of de bij? Kwam de bij gedurende duizenden, miljoenen of miljarden jaren tot ontwikkeling, onafhankelijk van het voedsel van bloemen en planten, die zijn levensonderhoud uitmaken?
"Ontwikkelden" bloemen, grassen, bomen en graansoorten zich allemaal langzaam en geleidelijk over een periode van miljoenen of miljarden jaren, onafhankelijk van de kleine bij, waarop zij aange-wezen zijn voor de voortzetting van hun bestaan?
Of kwam er op zekere dag zomaar een heel klein primitief plantje uit de aardbodem dat op een bloem-pje leek. Zo snel werkt de evolutie natuurlijk niet. Het had een bijtje nodig om zich voort te kunnen planten en wel ja, heel toevallig precies op dezelfde dag ontwikkelde zich uit één van de massa krioelende celletjes zomaar een beestje dat wel iets van een bij weg had. De eencelligen waren er al volgens de geleerden. Hoe kregen die voeding? Kon de bij voor de bestuiving zorgen? Daar had dat bijtje een ander bloempje voor nodig, maar dat moest nog geëvolueerd worden. Bovendien hadden zijn vleugels nog een evolutionaire ontwikkeling nodig voordat hij kon leren vliegen. En voor zijn eigen voortplanting had hij een vrouwtje nodig. Wanneer zou die uit die prut cellen komen? Dus, aan het eind van de dag: krakkemikkig bloempje dood en krakkemikkig bijtje dood.
Dit zijn totaal onoverkomelijke en niet te beantwoor-den vragen voor de evolutionisten! De eeuwenoude vraag, "Wat kwam het eerst, de kip of het ei?", is een vraag, die de evolutionist interessant zou moeten vinden. Maar hij vindt het een flauwe vraag. Waarom? Eenvoudig omdat hij die niet kan beantwoorden!
 
Vanuit zijn standpunt bekeken komt het hem beter uit, er de gek mee te steken en te trachten zo'n vraag van zich af te zetten wanneer hij die niet kan beantwoorden!
Deze totale onderlinge afhankelijkheid van alle levensvormen - dat geweldige ontwerp dat zichtbaar is in alle aspecten van dit heelal, duidt op één Beginner, één grote Architect en Ontwerper, die de opzet van een groots scheppingsplan, waarin alle levensvormen passen, uitdacht en uitvoerde. Alles is kant-en-klaar geschapen, zodat alle levensvormen kunnen bestaan en functioneren. De ene levensvorm heeft de andere nodig.
Niets leeft of sterft voor zichzelf alleen. Ieder levend wezen, of het nu een plant of een dier is, verschaft, wanneer het sterft, verder levensonderhoud aan andere levende wezens. Wat zien we in een bos? Een boom groeit, sterft tenslotte en valt, alleen maar om deel te gaan uitmaken van de bosgrond en organische elementen te verschaffen aan de jonge bomen, die hij in zijn leven gezaaid had!
 
De aarde in dit onmetelijke heelal en waarop wij leven en ademhalen, is een wereld die getuigt van een groots plan. Het is zo'n complex en ingewikkeld ont-worpen wereld, dat de eerste poging het kleinste deel ervan te onderzoeken ons reeds de adem beneemt.
 
Alleen al het wonder van de dag en nacht of de vleugel van een arend of van een vlieg, de pracht en praal van een zonsondergang, de facetten van een kwartskristal en bovenal het overweldigende meest-erstuk van de gehele schepping, de mens, duiden er allemaal op dat voor zo'n ingewikkeld ontwerp, EEN EEUWIGE ONTWERPER MOET BESTAAN!
Vanuit zijn standpunt bekeken komt het hem uit, er de gek mee te steken en te trachten zo'n vraag van zich wanneer hij die niet kan beantwoorden!
ONTWERP in het heelal bewijst het bestaan van een ONTWERPER! Dat is bewijs nummer vijf.
 
Bewijs nummer ZES
Dit zesde bewijs is vervulde profetie!
Ongeveer een derde van de Bijbel bestaat uit profetie
Ongeveer een derde van de Bijbel bestaat uit
En hoewel het grootste deel hiervan op onze tegen-woordige tijd slaat, zijn er vele profetieën, die reeds vervuld zijn en die vandaag aan de dag voortgaan vervuld te worden!
Honderden jaren geleden zond God Zijn profeten naar grote steden als Babylon, Ekron, Asdod, Askelon, Tyrus en Sidon. Deze profeten - eenvoudige mensen die met een boodschap waren gemachtigd - voorzegden het verval, de ondergang en de precieze vorm van het lot dat elk van deze oude steden zou treffen!
En zonder mankeren GEBEURDEN al deze dingen, in elk van die afzonderlijke gevallen, op precies de vooraf bepaalde tijd!
Alleen al het feit dat God in staat is de toekomst te voorspellen en die voorspelingen te doen uitkomen, is een bewijs van Zijn bestaan! Het zesde bewijs is vervulde profetie.
 
Bewijs nummer ZEVEN
Dit laatste bewijs is voor Christenen misschien het grootste bewijs van allemaal. Het is het bewijs van verhoord gebed!
Maar, aangezien sceptici, atheïsten en twijfelaars nooit hebben gebeden en daarom nooit hebben meegemaakt dat gebeden verhoord worden, blijven zij twijfelen of verwerpen!
 
Zij denken verhoord gebed te kunnen verklaren als een toevallige samenloop van omstandigheden of als gevolg van "concentratie". Veel mensen schijnen vandaag aan te nemen dat verhoord gebed alléén maar een gave is als een gevolg van "positief denken" of een psychologische aanpassing!
 
Werkelijk verhoord gebed is een goddelijke, boven-natuurlijke INTERVENTIE - een volledige, WONDERBAARLIJKE tussenkomst en antwoord van de Almachtige God! Het is het gevolg van gehoorzaamheid aan Gods wetten, van vragen naar Zijn wil en dan, in vertrouwen GELOVEN totdat het antwoord komt!
Deze zeven bewijzen van het bestaan van de Almachtige God kunnen met nog veel meer bewijzen uitgebreid worden.
Maar, aangezien sceptici, atheïsten en twijfelaars en daarom nooit hebben meegemaakt dat gebeden worden, blijven zij twijfelen of verwerpen!
C o n c l u s i e
Evolutionisten gaan uit van veronderstellingen, spreken over pogingen om te verklaren, of verklaringen die gewoonlijk worden aangenomen of waarschijn-lijkheden en buigen die om tot definitieve gebeurtenissen uit het verleden waarvan gezegd wordt dat ze hebben plaatsgevonden.
ÉÉN
Het eerste bewijs van Gods bestaan is dat de evolutionisten uitgaan van bestaande wetten. Er is dus een Wetgever.
TWEE
Een bewijsbare wetenschappelijke wet, de Wet van Biogenisis, leert dat het levende alleen uit het levende voortkomt. Er is dus een Gever van leven.
DRIE
Materie moet op een zeker tijdstip tot bestaan gekomen zijn. Stel eens dat uranium in 10 miljard jaar in overgangsfasen ontbindt tot lood. Als uranium eeuwig zou hebben bestaan, dus veel langer dan 10 miljard jaren, dan zou er vandaag geen uranium meer bestaan. Maar er is nog heel wat uranium.
Door erosie zou de aarde zonder begin vlak moeten zijn, een vlakke bol zonder bergen en dalen. Er is dus een begin van materie en dat vereist een Schepper.
VIER
Alle levende wezens zijn geschapen naar hun eigen aard. De mens kan dus niet ontstaan zijn uit een vreemd micro-organisme of uit een aap.
Laat de wetenschap .... 
'