Israël, Gods land en volk

Amos 9 : 11-15

15-06-1997


Wie de Bijbel leest, ontdekt, dat het land en het volk van Israël belangrijk zijn in de ogen van de Here God. Omdat God dit land en volk belangrijk vindt, zullen wij dit land en dit volk ook belangrijk moeten vinden en zullen wij de nodige belangstelling hiervoor moeten hebben.

Omdat wij in onze kijk op Israël uitgaan van de Bijbel, zullen wij een andere mening hebben op dit land en volk dan de Verenigde Naties hebben, dan de Arabische Staten en de PLO hebben en ook anders dan wij menigmaal in onze nieuwsberichten te horen krijgen.

Het heilige land

Het land Israël is anders dan alle landen op aarde. Dat betekent niet, dat het het mooiste land op aarde is. Dat is het zeker niet. Het is wel een bijzonder land. Dat maakt de Bijbel ons ook duidelijk.

De plaats die Israël temidden van de andere landen op aarde inneemt, is heel bijzonder, zo laat Ezech. 38:12 ons weten. Van het volk Israël staat daar, dat het op de navel der aarde woont. Je zou zeggen: de levensbron voor de gehele wereld ligt daar. Alle andere landen op aarde zijn in zekere zin gelegerd rond Israël.

Israël is inderdaad de levensbron voor de gehele wereld. Uit dit land en uit dit volk hebben wij de Bijbel ontvangen, dat is de geopenbaarde wil van de almachtige God. Uit dit land en uit dit volk hebben wij de Heiland der wereld leren kennen, de Here Jezus. In dit land en temidden van dit volk werd Hij geboren, heeft Hij geleefd, heeft Hij gepredikt en tekenen verricht, is Hij gestorven en begraven, is Hij opgestaan, is Hij ten hemel gevaren en hier ook komt Hij eenmaal terug. Alles wat wij hebben en wat wij zijn als gelovigen, is afkomstig uit dat kleine landje, dat op de navel van de aarde woont. Daarom is het voor ons een heilig land.

In de heilige grafkerk in Jeruzalem is een plaats gemarkeerd, precies tussen de plaats waar het kruis eens gestaan zou moeten hebben en waar het graf van de Here Jezus geweest zou zijn, die als de navel der aarde wordt aangewezen. Hier ligt het centrum van de aarde.

Het land Israël is om nog een andere reden voor ons een heilig land. Zeker vijf keer in het Oude Testament wordt er van dit land gezegd, dat het in het bijzonder het land van God is (vgl. Jes. 14:25 en Joël 3:2,3 waar God het volk "Mijn volk" en het land "Mijn land" noemt.). In Deut. 11:12 staat, dat dit een land is, "waarvoor de HERE, uw God, zorgt; bestendig zijn de ogen van de HERE, uw God, daarop gericht, van het begin des jaars tot het einde." Wij weten uit het Psalmenboek, dat Gods ogen steeds gericht zijn op Zijn volk, de Israëlieten. Hier lezen wij, dat Hij ook steeds Zijn ogen gericht heeft op dit bijzondere land en dat Hij zelfs voor dit land zorgt.

In het voorgaande vers had de Here God gezegd, dat de Israëlieten vanuit de woestijn onderweg waren om dit land in bezit te nemen (Deut. 11:11). Het land is in het bijzonder het eigendom van God. Hij heeft het echter in bruikleen afgestaan aan het volk van Israël. Het is geen land, dat "bezet gebied" genoemd mag worden, ook de Westbank, dat zijn Judea en Samaria, niet. Israël heeft niet het land van een ander volk in zijn greep en houdt dat bezet. Israël heeft het land, dat God hen in bruikleen heeft afgestaan.

Ook al maken de Palestijnen en de Arabieren aanspraak op dit land en ook al menen zij, dat zij om bepaalde redenen recht hebben op dit land, vanuit de Bijbel bezien hebben zij dit recht niet. God heeft dit land indertijd aan Abraham en zijn nageslacht gegeven in de lijn van Izak en niet in de lijn van Ismaël of Ezau.

In Genesis 17:8 wordt nog alleen gezegd, dat God het land zal geven aan het nageslacht van Abraham en dat Hij de God zal zijn van dit nageslacht. Verderop in het zelfde hoofdstuk lezen wij over een gesprek, dat God met Abraham voerde. In dit gesprek vraagt Abraham aan God of Ismaël de toekomstige erfgenaam mag zijn. God zegt dan nadrukkelijk: "Neen". God zegt, dat Hij Zijn verbond niet zal oprichten met de zoon van Hagar, maar met de zoon van Sara en dat dit een eeuwig verbond zal zijn. God zegt dan zelfs hoe de toekomstige zoon van Abraham en Sara zal heten, nl. Izak. God belooft echter wel, dat de Arabieren ook een zegen zullen ontvangen (Gen. 17:19-21).

Later, in Gen. 21:12 zegt God nogmaals: "Door Izak zal men van uw nageslacht spreken." En Sara zegt: "De zoon van de slavin zal niet erven met mijn zoon, met Izak." (Gen. 21:10) Later zal de knecht van Abraham, als hij bij Laban is, ook zeggen, dat Abraham alles wat hij bezit alleen aan Izak gegeven heeft (Gen. 24:36). Dus ook niet aan Ezau, de voorvader van de latere Edommieten, ook een deel van de Arabieren.

Ook al maken de Palestijnen aanspraak op dit land en ook al komen er steeds meer volken op aarde, die de Palestijnse eis ondersteunen, God Zelf heeft via de Bijbel in meer dan 2000 talen bekend laten maken, wat Zijn Goddelijke wil in deze zaak is. Hier staan de hemelse politiek en de wereldse politiek lijnrecht tegenover elkaar.

De Arabieren, anders gezegd, de Islamieten, hebben zo'n 1300 jaar lang de heerschappij over Gods land gevoerd. Wat hebben zij met het land gedaan? Bomen die er stonden hebben zij omgehakt. Nieuwe bomen hebben zij niet geplant. Het puin van de verwoeste steden hebben zij niet opgeruimd. In deze gehele periode hebben zij zeggen en schrijven één stad gebouwd, Ramallah. Wel hebben zij de Joodse heiligdommen ingepikt en er hun eigen heiligdommen gebouwd. Denk maar aan de tempelberg waar zij hun dom van de rots en hun El Aksa moskee gebouwd hebben.

Toen de Joden zo'n 100 jaar geleden in grote getale begonnen terug te keren, hebben zij het land ontgonnen. Zij hebben meer dan 200 miljoen bomen geplant. Zij hebben moerassen droog gelegd. Zij hebben steden gebouwd. Zij hebben wegen aangelegd. Zij hebben industrie ontwikkeld en zij hebben de woestijn tot bloei gebracht (vgl. Jes. 35:1). Ja, zij hebben zelfs grote delen van het land tegen hoge prijzen van de Arabieren terug gekocht. Zij hebben het land niet gestolen en niet afgepakt. Zij hebben het netjes tegen verschrikkelijk hoge bedragen gekocht. Het land was hun eigendom door Gods belofte, maar ook doordat zij het netjes gekocht hadden van de Arabieren.

De heilige stad

De stad Jeruzalem, de stad die al 3000 jaar geleden de hoofdstad van Israël was, neemt ook een bijzondere plaats in in de Bijbel. In Jesaja 49:15,16 staat, dat God iets bijzonders van Sion, dat is Jeruzalem, zegt. Hij zegt: "Ik vergeet u niet. Zie, Ik heb u in Mijn handpalmen gegrift, uw muren zijn bestendig vóór Mij." Zoals God bijzondere aandacht besteedt aan land en volk van Israël, zo doet Hij dat ook in het bijzonder met die ene stad. Dat is de stad, die de PLO in bezit wil hebben, die de PLO wil maken tot hoofdstad van zijn Palestijnse, of zo u wilt: Philistijnse staat. Israël mag deze stad echter niet afstaan, want de stad staat gegrift in Gods handpalmen en Hij let continue op de stad. Het is immers de plaats waar Hij in het verleden gewoond heeft en waar Hij ook in de toekomst weer wonen zal (vgl. Joël 3:17). Psalm 132:13,14 zegt, dat God verklaard heeft, dat Sion, dus Jeruzalem door Hem uitverkoren is en dat Hij het Zich ter woning begeerd heeft, dat dit Zijn rustplaats voor altijd is, dat Hij hier zal wonen, omdat Hij Jeruzalem begeerd heeft. Daarom is Jeruzalem een heilige stad. Het is "de stad Gods" zoals deze stad in Psalm 87:3 genoemd wordt. Hier is de troon des HEREN, zegt Jer. 3:17.

Het heilige volk

Zoals het land Israël en de stad Jeruzalem dierbaar zijn voor God, zo neemt het volk Israël ook een bijzondere plaats in in Gods hart. Deut. 7:6,7 zegt van hen: "Want gij zijt een volk, dat de HERE, uw God, heilig is; u heeft de HERE, uw God, uit alle volken op de aardbodem uitverkoren om Zijn eigen volk te zijn. Niet, omdat gij talrijker waart dan enig ander volk, heeft de HERE Zich aan u verbonden en u uitverkoren; veeleer zijt gij het kleinste van alle volken. Maar, omdat de HERE u liefhad en de eed hield, die Hij uw vaderen gezworen had..." Jesaja voegt hier nog een opmerkelijke gedachte aan toe. Hij zegt, dat God Israël geschapen heeft tot Zijn eer, d.i. dus tot Zijn eigen heerlijkheid. (Jes. 43:7) Dit volk noemt Hij "Zijn knecht". Zij zijn het nakroost van Gods "vriend" Abraham. Hen ondersteunt God met Zijn heilrijke rechterhand. (Jes. 41:8-10)

In Psalm 147:19,20 verklaart God, dat Hij aan Jacob Zijn woorden bekend gemaakt heeft en aan Israël Zijn inzettingen en verordeningen. Aldus heeft Hij aan geen enkel volk gedaan en Zijn verordeningen kennen zij (die andere volken) niet. Dit Woord van God hebben de Joden door de eeuwen heen bewaard, zodat het ook van Godswege tot ons gekomen is en wij Gods wil hebben leren kennen. Wij mogen het Joodse volk hiervoor wel bijzonder dankbaar zijn.

Het volk Israël is een heilig volk, het is apart gesteld van alle andere volken op aarde. Het is het volk van het verbond, dat de Bijbel een eeuwig verbond noemt. Lev. 26:44 zegt, dat zelfs als zij in het land hunner vijanden zijn, God hen niet versmaadt en Hij geen afkeer van hen heeft, zodat Hij hen zou vernietigen en Zijn verbond met hen zou verbreken, want Hij is de HERE, hun God.

Het heilige plan

De Bijbel leert ons, dat God in een ver verleden een plan bedacht heeft om de wereld te kunnen redden. In de uitvoering van dit plan neemt het volk Israël een belangrijke plaats in.

De christenen hebben zich vaak verheven gevoeld boven het Joodse volk. Maar vergeet niet, dat de Here Jezus niet geboren werd als het Hoofd van de Kerk, maar als de Koning der Joden. Hij is nooit een leider van de christelijke kerk geweest. Hij is nooit paus, bisschop, priester, predikant, evangelist of oudste of diaken geweest. Hij is zelfs nooit lid van de kerk geweest. Hij kwam niet in de kerk om door middel van de kerk de wereld te redden; Hij kwam in Israël om door middel van Israël de wereld te redden. De Heer leefde niet in Rome of Constantinopel, maar in Israël.

In het plan van God voor de toekomst, opdat de gehele wereld het licht van de Here Jezus zal leren kennen, zet God de volgende stappen:

1.

De Israëlieten zullen vanuit de gehele wereld terugkeren naar het beloofde land en daar weer tot een eigen volk en natie worden.

2.

Door de duivel geleid zullen de volkeren op aarde trachten het volk Israël uit te roeien.

3.

God Zelf zal op een bijzondere wijze tussenbeide komen en Zijn volk en Zijn land redden uit de macht van de vijandige volken.

4.

Er zal een grote geestelijke opwekking komen onder het volk van Israël.

5.

Plotseling zal in deze tijd de Messias komen om Koning te worden in Jeruzalem en vanuit deze stad de gehele wereld te regeren en de wereld te brengen onder het beslag van Gods heilig Woord.

1. De Israëlieten zullen vanuit de gehele wereld terugkeren naar het beloofde land en daar weer tot een eigen volk en natie worden.
In de profetie van Ezechiël lezen wij o.a. dat God zegt: "Mijn volk Israël, zie Ik kom bij u en keer Mij tot u. De steden zullen weer bewoond en de puinhopen herbouwd worden. Ja, Ik zal mensen en dieren talrijk op u maken... Ik zal u bevolken als vanouds en u weldoen meer dan vroeger..." (Ezech. 36:8-12)

De vervulling van deze profetie is 100 jaar geleden begonnen. Hoewel er altijd Joden in Israël hebben gewoond, begonnen vanaf die tijd Joden naar het beloofde land terug te keren. Vooral na 1948 is deze profetie met grote snelheid bezig vervuld te worden. Er zijn landen, waar vroeger vele Joden woonden en waar nu geen enkele Jood meer woont, omdat ze allemaal naar Israël teruggekeerd zijn. De Israëlieten zijn uit 100 verschillende landen naar het eigen land teruggekeerd. Hun eigen taal is weer tot leven gekomen. Het land is weer vruchtbaar geworden en vele oude steden zijn herbouwd. De woorden van Amos 9:14,15 zijn letterlijk in vervulling gegaan in onze dagen: "Ik zal een keer brengen in het lot van Mijn volk Israël; verwoeste steden zullen zij herbouwen en bewonen; wijngaarden zullen zij planten en de wijn ervan drinken; boomgaarden zullen zij aanleggen en de vrucht daarvan eten. Dan zal Ik hen planten in hun grond en zij zullen niet meer worden uitgerukt uit de grond die Ik hun gegeven heb, zegt de HERE, uw God."

2. Door de duivel geleid zullen de volkeren op aarde trachten het volk Israël uit te roeien.
Zoals de volken zich nu ook al steeds met Israëls politiek bemoeien en het volk wil voorschrijven wat het wel en wat het niet mag, zo zal zich dat in de toekomst steeds sterker voordoen. Het zal zo erg worden, dat de volken op aarde zullen eisen, dat Israël precies zal doen wat de Verenigde Naties willen en meer gebied aan één of meer andere volken, waarschijnlijk de PLO, zal afstaan. Israël zal daartoe niet bereid zijn. Het gevolg is, dat de Verenigde Naties een troepenmacht naar Israël zullen zenden om het volk te dwingen tot gehoorzaamheid.

Deze daad van agressie van de Verenigde Naties jegens Israël zal echter niet buiten de wil van God omgaan. Joël zegt in dit verband, dat in de tijd, wanneer God een keer zal brengen in het lot van Juda (dus: van de Joden) en van Jeruzalem, Hij alle volken verzamelen zal en zal afvoeren naar het dal van Josafat en dat Hij aldaar met hen in het gericht zal treden ter oorzake van Zijn volk en van Zijn erfdeel Israël, dat zij onder de volken verstrooid hebben, terwijl zij Gods land verdeelden. (Joël 3:1,2)

De profeet Zacharia kondigt dezelfde gebeurtenis aan, als hij zegt, dat God zegt: "Zie, Ik maak Jeruzalem tot een schaal der bedwelming voor alle volken in het rond; ja ook tegen Juda zal het gaan bij de belegering van Jeruzalem. Te dien dage zal Ik Jeruzalem maken tot een steen, die alle natiën moeten heffen; allen die hem heffen, zullen zich deerlijk verwonden. En alle volken der aarde zullen zich daarheen verzamelen. Te dien dage zal Ik zoeken te verdelgen alle volken die tegen Jeruzalem oprukken." (Zach. 12:2,3,9)

Hier is sprake van twee bijzondere legers: In de eerste plaats is er sprake van de verenigde legers van de omliggende Arabische staten. In de tweede plaats is er sprake van de verenigde legers van alle volken op aarde. Israël zal dus door twee verenigde legers worden aangevallen. Het zal onmogelijk lijken voor Israël om dit te overleven. Maar dan zal God Zelf ingrijpen.

3. God Zelf zal op een bijzondere wijze tussenbeide komen en Zijn volk en Zijn land redden uit de macht van de vijandige volken.
Joël kondigt aan wat er zal gebeuren, als alle volken tegen Israël zullen optrekken en zich zullen verzamelen in het dal van Josafat. Daar zal God dan Zelf komen en Hij zal er plaats nemen op de troon van Zijn gericht, dus op Zijn oordeelstroon en Hij zal alle volken van rondom, dus de omwonende Arabische volken, richten.

Joël spreekt ook over de andere verenigde legers, als hij zegt: "Menigten, menigten in het dal der beslissing. De zon en de maan worden zwart en de sterren trekken haar glans in. En de HERE brult uit Sion en verheft Zijn stem uit Jeruzalem, zodat hemel en aarde beven. Maar de HERE is een schuilplaats voor Zijn volk en een veste voor de kinderen Israëls.... En vreemdelingen zullen niet meer door Israël trekken!" (Joël 3:12-17)

Ook Zacharia spreekt over het oordeel van God over de verenigde naties van de gehele wereld. Als de Here alle volken tegen Jeruzalem vergaderd zal hebben en zij de stad ingenomen zullen hebben en zich als beesten in de stad gedragen hebben, dan zal de Here uittrekken om tegen die volken te strijden, zoals Hij vroeger streed, ten dage van de krijg. Zijn voeten zullen te dien dage staan op de Olijfberg, die vóór Jeruzalem ligt aan de oostzijde... Op die dag zal de HERE komen en alle heiligen met Hem. (Zach. 14:1-5) Dat is het moment, waarvan de Here Jezus gesproken had, dat Hij zou komen met al Zijn heilige engelen om het oordeel over Gods vijanden te vellen.

4. Er zal een grote geestelijke opwekking komen onder het volk van Israël.
De profeet Ezechiël kondigt aan, dat God een keer zal brengen in het volk van Israël en dat Hij Zich over het hele huis Israëls zal ontfermen. Zij zullen de smaad en al de ontrouw, waarmee zij God ontrouw geweest zijn, vergeten, wanneer zij weer in hun land wonen, veilig, zonder dat iemand hen opschrikt. God zegt: "En zij zullen weten, dat Ik de HERE hun God ben, zowel wanneer Ik hen in ballingschap wegvoer onder de volken, als wanneer Ik hen weer in hun eigen land verzamel, zonder dat Ik iemand van hen daarginds achterlaat. En Ik zal Mijn aangezicht niet meer voor hen verbergen, wanneer Ik Mijn Geest over het huis Israëls heb uitgestort, luidt het woord van de Here HERE." (Ezech. 39:25-29)

Jeremia vertelt ook, dat er zo'n bijzonder geestelijk ontwaken in Israël zal komen. Dan zal God Zijn wet in hun binnenste leggen en die in hun hart schrijven. Dan zal God weer echt hun God zijn en zij zullen weer echt Zijn volk zijn. Dan zullen zij allen, van de kleinste tot de grootste, de Here kennen. Dan zal God hun ongerechtigheid vergeven en hun zonde niet meer gedenken. (Jer. 31:31-34) Als Zacharia in hoofdstuk 12:9-13:1 ook deze tijd beschrijft, lijkt het er op, alsof deze geestelijke opwekking in Jeruzalem zal beginnen en vanuit Jeruzalem zich over het gehele land zal verspreiden.

5. Plotseling zal in deze tijd de Messias komen om Koning te worden in Jeruzalem en vanuit deze stad de gehele wereld te regeren en de wereld te brengen onder het beslag van Gods heilig Woord.
Ergens in deze tijd zal de Here Jezus verschijnen om Koning te worden over Israël. Dan zal de wet des Heren uitgaan vanuit Jeruzalem en zijn weg vinden in de gehele aarde. Zacharia zegt: "En de HERE zal Koning worden over de gehele aarde, te dien tijde zal de HERE de enige zijn en Zijn Naam de enige." (Zach. 14:10)

Dan zal het lang verwachte Messiaanse vrederijk komen en zal er werkelijke vrede en welvaart op aarde zijn

bron http://www.hetlichtdeslevens.nl/studies/studieslezen/israelGodslandenvolk.html

 

Sjema, Jisraël,

De Eeuwige is onze G'd,

De Eeuwige is één.

In Uw handen, o G'd,
beveel ik mijn geest.
Ja Amen!

שוע אל יקר Yeshua EL Yakar.

http://www.youtube.com/watch?v=fdJ1fNz4zPw

een prachtig aanbiddingslied